Enkele jaren geleden deed Deloitte een onderzoek onder ongeveer 10.000 bedrijven met de vraag: ‘Is leeftijd een concurrentievoordeel of concurrentienadeel in uw organisatie?’ Het antwoord zal je waarschijnlijk niet verbazen. Meer dan twee derde (!) van deze bedrijven beschouwt ‘ouderen’ als een concurrentienadeel. Met de vergrijzing die in 2035 haar hoogtepunt bereikt in Nederland krijgen veel organisaties extra grijze haren erbij rondom het ‘hoofdpijndossier’: “Wat moeten we toch met ons ouder wordend personeelsbestand?”
Spoiler alert: je hebt GOUD in handen. Geen zilver(grijs). In dit artikel wil ik een treurig vooroordeel de deur uit helpen aan de hand van een stukje neurowetenschappen rondom oudere medewerkers: ze zijn traag en werken niet effectief. Neen. Ze werken alleen anders…
In mijn werk als bruggenbouwer tussen generaties krijg ik dikwijls te maken met een heel vervelend stereotype (vooroordeel) op de werkvloer rondom oudere medewerkers. Oudere generaties. En die wil ik hierbij even ontkrachten met behulp van een stukje neurologie. Het menselijk brein dus.
Voor velen van jullie is het geen geheim dat ik gefascineerd ben door het menselijk brein. Waarom? Omdat dit ons ‘wapen’ is voor succes op de werkvloer. Dag in dag uit werken we met ons brein. We zijn er afhankelijk van. En ik verwonder mij af en toe over het feit hoe weinig organisaties en medewerkers eigenlijk weten over het brein, hoe je het ding optimaal benut, maar bovenal niet uitput (lees: stress en overige bijkomstige ellende). Het is ons meest belangrijke werktuig zo’n 40 uur per week. Maar dat is een andere discussie.
Mythbusters: Kunnen ouderen beter vervangen worden door jongeren?
Terug naar het vooroordeel. Veel bedrijven zijn van mening dat ouderen “te veel worden betaald” en kunnen worden “vervangen door jongere werknemers” die het werk net zo goed kunnen doen.
Ouderen zijn traag, denken niet snel genoeg hebben last van vastgeroeste denkpatronen en nog meer van dat blablabla. Complete lariekoek. Ja, Jongeren rennen misschien wel sneller, maar de ‘oudjes’ kennen de short-cuts. Voor de meeste mensen neemt de mentale paardenkracht in die hersenpan na de leeftijd van 30 jaar af, maar de kennis en expertise – belangrijke voorspellers van prestaties op de werkvloer – blijven toenemen zelfs na de leeftijd van 80! Voorwaarde is wel dat je je mentaal blijft uitdagen.
Dus ja, het is vrij duidelijk dat ons lichaam langzamer en zwakker wordt naarmate we ouder worden, maar hoe zit het met onze hersenen? En zelfs als ons lichaam en onze hersenen zwakker worden, is dit van belang voor werkgevers?
Profiteer van je ouder wordend personeelsbestand
Niet noodzakelijk. De vaardigheden en capaciteiten van oudere werknemers nemen niet zozeer af als het feit dat ze veranderen. Als werkgever kun je JUIST profiteren van de veranderende kracht van een ouder wordend personeelsbestand.
Laat die hysterische berichten in de media over de catastrofale ramp die ‘vergrijzing’ heet even voor wat het is. En lees verder waarom je juist goud in handen hebt. Hoe je van het denken in concurrentienadeel kunt denken in concurrentievoordeel met zo’n ‘grijs’ bestand.
Het belangrijkste voordeel van oudere generaties is namelijk misschien wel ervaring en tacit knowledge (onbewuste kennis). Het is een vorm van individuele kennis die ‘in het hoofd zit’ van medewerkers en lastig overdraagbaar is. Deze vorm van kennis bevat vaak (cultuurgebonden) waarden, ervaringen en attituden. Overdracht van deze niet tastbare kennis vindt meestal plaats door interactie tussen mensen, waarbij leerprocessen van belang zijn. Het is de ‘know how’ en de ‘know who’. Ik zeg niet dat iemand van 25 dit totaal niet bezit, maar het is aannemelijker dat iemand van 50+ hier toch een wat grotere collectie van heeft vergaard door de jaren heen.
De werking van het oudere brein
En die ervaring kan worden waargenomen in de hersenen. In het plaatje boven aan dit artikel en hieronder, zie je scans van hersenactiviteit in de pre-frontale cortex tijdens een brongeheugentest van drie verschillende groepen: jongeren, oudere laag presterende mensen en oudere hoog presterende mensen.
Jongeren gebruiken voornamelijk de rechter hersenhelft (rechter hemisfeer), deze is onder andere verantwoordelijk voor het verwerken van nieuwe informatie. ‘Slecht’ presterende ouderen proberen de hersenen van jongeren na te bootsen, echter ze falen: de verminderde verwerkingssnelheid van oudere hersenen kan jongere hersenen niet bijhouden. Hoog presterende ouderen, aan de andere kant, gebruiken een andere methode: ze “bilateralizeren” hun hersenactiviteit. Ze activeren ook netwerken in de linkerhersenhelft van hun hersenen. In Jip & Janneke taal: de twee hersenhelften werken samen. Nu is het overigens niet zo dat jongeren links compleet uitschakelen / niet gebruiken.
Succesvolle ouderen slagen erin om hun hersenen anders te gebruiken en doen het net zo goed als ‘de jeugd’. Een verklaring hiervoor is dat ouderen – met een grotere kennisbron – meer afgaan / vertrouwen hebben op hun ervaring bij het verwerken van nieuwe informatie.
In plaats van alle nieuwe informatie te bekijken en te evalueren bij het nemen van een beslissing, extrapoleren zij uit eerdere ervaringen en negeren sommige nieuwe informatie. En dus werken ze daardoor efficiënter met de informatie waar ze al over beschikken. En zo doen die oude verzuurde inflexibele en vastgeroeste taarten het uiteindelijk net zo goed als die snelle broekies met meer horsepower in de bovenkamer.
Ja, jongere medewerkers kunnen dus inderdaad sneller rennen, maar oude mensen kennen de ‘short-cuts’, de kruip-door-sluip-door-weggetjes in hun brein. En voilà, oud en jong gaan even snel over de eindstreep.
Grijs talent doet dingen gewoon anders
Moraal van het verhaal. Oudere generaties op de werkvloer doen het niet per se slechter, ze doen dingen gewoon anders. De jongere generaties staan doorgaans inderdaad meer open voor nieuwe ervaringen en extraversie, maar hebben dikwijls ook nog een sterke drang zich te bewijzen, iets waar de oudere generaties op een gegeven moment wel klaar mee zijn. En hé, zonder emotionele stabiliteit, geduld en consciëntieusheid, iets waar de oudere generaties meer over beschikken, ga je als organisatie de oorlog ook niet winnen.
‘Wie de jeugd ouderen heeft, heeft de toekomst.’
bronnen: world economic forum, HBR, BBC.com, sciencedaily